De Volkskrant prikkelde me vrijdag met het artikel Vooral buiten de kerk is Pinksteren een gezegende dag. Een allegaartje van de eerste file in Nederland rond de rotonde Oudenrijn bij Utrecht, de invulling van de Tweede Pinksterdag en een historisch zwak besef. Een citaat: “Pinksteren had van oudsher religieuze en wereldse componenten,” zegt Ineke Strouken, voormalig directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur. “In de kerk werd Pinksteren gevierd als het begin van de christelijke kerk. Daarbuiten was Pinksteren het feest van de vruchtbaarheid en de naderende zomer. Het is moeilijk te zeggen welk van deze twee componenten er het eerst was, maar het is een feit dat Pinksteren in een behoefte voorziet.” Hier lijkt nog een balans, maar de click bait koppenmaker van de doorgaans serieuze krant framet voor de bijbehorende tweet “Pinksteren geldt al eeuwen als het feest van de vruchtbaarheid en de naderende zomer. En dat vier je niet in de kerk.”
Al 2.000 jaar is Pinksteren het feest van de uitstorting van de Heilige Geest en het begin van wat we kennen als kerk of christelijke gemeente. Dus echt wel een plek om dat te vieren! https://t.co/bGqwv8CIbr
— Henk-Jan van der Klis (@hjvanderklis) May 21, 2021
Weer naar de meubelboulevard?
Hoe je dan geopende meubelboulevards, tuincentra en tegenwoordig wat niet wilt duiden, is toch hopelijk niet vruchtbaarheid en de naderende zomer. Volgens mij speelt hier eerder de van God losgeslagen onrustige medelander een rol. Niet wetend wat aan te moeten met een dag vrij, rust en ruimte in de agenda, trekt die erop uit om maar weer te gaan consumeren. Tegelijkertijd is er een groot deel van bevolking die zich niet bekommert om cultuurverkenners in een ivoren toren en lekker geniet van een lang weekend op een camping of in een vakantiehuis.
Met #pinksteren moet er toch alleen het GELUID als van de #wind zijn? #foeiwateenwoei
Zojuist gevliegerd met 3 honden.— Lucia Hardonk-van den Brink (@LuciaHardonk) May 21, 2021
Terug naar het Joodse Wekenfeest en de eerste Pinksterdag
Christenen daarentegen hebben wel degelijk wat te vieren. Juist op het Joodse Wekenfeest (Sjavoeot) worden de ‘eerstelingen’ van de oogst geofferd en staat de door God aan Mozes gegeven wetten centraal. Een feest van dankbaarheid over de vruchten van de aarde en de morele kaders van God om Zijn volk een gezegend leven te geven.
Tweeduizend jaar geleden werd tijdens hetzelfde Wekenfeest Gods Geest uitgestort over de volgelingen van Jezus Christus die zeven weken ervoor was gekruisigd (Goede Vrijdag) en drie dagen later opgestaan uit de dood (Pasen) en tien dagen geleden was opgenomen in de hemel (Hemelvaartsdag). Jezus had beloofd zijn volgelingen na een wachttijd in Jeruzalem te zullen vergezellen door zijn Geest om ze in te geven wat ze zouden moeten zeggen in moeilijke situaties en nog krachtiger tekenen en wonderen te doen dan de leerlingen en hun meester in de drie leerjaren ervoor hadden meegemaakt.
In het Bijbelboek Handelingen wordt in hoofdstuk 2 beschreven hoe dit werkelijkheid werd. “Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.” (verzen 2-4). De leerlingen uit Galilea in het noorden van Israël blijken opeens de moedertaal van “Parten, Meden, Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfilië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, (..) mensen uit Kreta en Arabië” (verzen 9-11) te spreken. Petrus, één van de leerlingen, geeft een uitleg en besluit met “Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en messias is aangesteld.” (vers 36).
Het is de geboorte van de kerk, een gemeenschappelijk leven in nauwe verbondenheid met God, dat we nu wereldwijd kennen als christelijke kerken en gemeenten: “Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed. De vele tekenen en wonderen die de apostelen verrichtten, vervulden iedereen met ontzag. Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk. Ze verkochten al hun bezittingen en verdeelden de opbrengst onder degenen die iets nodig hadden. Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.” (verzen 41-44).
Wie en wat is er achter de Heilige Geest te zien?
Dat is voor de kerk van nu een reden voor feest! Gods geest werkt nog steeds, vervult ook nu mensen, laat wonderen en tekenen gebeuren en prikkelt mensen om Jezus als messias (gezalfde koning, redder, verlosser) en zoon van God te aanvaarden, zich te laten dopen en laten onderwijzen om verder te groeien als christen. Pinksteren is ook een gelegenheid als kerk terug te grijpen op de beschreven omgang van de eerste kerk in Handelingen 2. Leeft en bruist het in de eigen gemeente nog steeds? Is de geest van eenvoud en vreugde er? Delen we met wie iets nodig hebben? Zijn we trouw en eensgezind? Een gezegend Pinksterfeest gewenst!
Related Posts