De weersverwachting voor Groningen vandaag is regen en onweer vanaf elf uur ‘s ochtends. De poncho en regenhoezen voor de wandelschoenen gaan mee in de rugzak. Als je vroeg begint, ben je ook op tijd klaar, is mijn devies; de bijbehorende spreuk van de dag: “Een mens lijdt dikwijls het meest van het lijden dat hij vreest.”. De auto laat ik om kwart voor acht achter op de P+R Haren bij de A28 om een kwartier later voor het hoofdstation Groningen te kunnen starten met weer een etappe van het Pronkjewailpad. Een week geleden ben ik in de Schildersbuurt geëindigd.
Relive ‘Pronkjewailpad Groningen – Martenshoek’
Ik neem het Van Hallpad achter de Groninger archieven langs, het Hoornsediep over, de Kleine Badstraat in. Kleine arbeidershuizen in knusse straten met bomen en bloemen, een voormalig badhuis met op de achtergrond een belangrijke werkgever, tabaksfabriek Thomas Niemeyer. Het Eendrachtskanaal over maak ik dankbaar gebruik van een urinoir; in een stad is netjes ‘afwateren’ altijd een uitdaging. RTV Noord biedt hulp bij hoge nood in de Stad. Zo vroeg op de ochtend zijn de stempelposten in het Noordelijk Scheepvaartmuseum en Stadscafé Pronk gesloten. Gelukkig kun je 24/7 digitaal stempelen in de Pronkjewailpad app. Het Scheepvaartmuseum is een stempelpost op de noordelijke en zuidelijke route van het Pronkjewailpad, Pronk met een gezellige terras in de besloten tuin was het verzamelpunt in de binnenstad op de Camino in november 2018 voor de groep wandelaars die ik vanuit Middelbert naar Groningen mocht begeleiden, allemaal de noordelijke route in één seizoen uitgelopen.


Het hoge gras is nat van de dauw – vanochtend op de heenweg was het opvallend mistig – en zo pakken mijn benen en korte broek ook wat vocht mee naar Waterhuizen, waar enkele scheepswerven gevestigd zijn. De Tocht om de Noord ging in 2016 dóór Pattje Shipyards, vandaag mag ik op respectabele afstand blijven. Ik steek het Winschoterdiep over om enkele honderden meters verder de eerste stempelpost buiten de Stad aan te doen: het Van der Valk hotel Groningen – Westerbroek. Bij de receptie krijg ik een stempel en de aanmoediging binnen te genieten van een bordje broodpudding. Ik neem plaats aan de bar, de tafels in het restaurant worden gebruikt voor het ontbijtbuffet van de hotelgasten. Bij het glas thee komt ook een tray met chocolaatjes, pralines en ander zoets. Yummy!
Terug naar Waterhuizen en het fietspad tussen kanaal en Onnerpolder volgen naar Kropswolde. Ja, een lang stuk, maar wel met mooie natuur aan weerszijde, twee natuurbeheerders die in de weer zijn met een kudde Schotse Hooglanders en een stempelpost bij de Amerikaanse windmotor / poldermolen Koetze Tibbe. Van de ooit honderden in de provincie zijin er nog drie over. Een bijzonder pronkjewail dus. Als ik er na 15km even een bolletje eet, komt er prompt een ander stel met smartphone in de hand. Dat is geen toeval: ook Pronkjewailpad wandelaars op zoek naar de stempel bij de trap naar het water. Ik loop door. Bij molen De Hoop aan de rand van Kropswolde is een winkel Mulder-Pot open met bij de stempel ook een Zomerpracht theezakje als presentje.
Door de bebouwing en het bedrijventerrein van het van Kropswolde in Foxhol en Martenshoek overgaande gebied volgen nog twee bijzonder stempelposten. Het Nationaal Busmuseum is helaas alleen op woensdag-, zaterdag- en zondagmiddag geopend. Nu moet ik het dus met een stempel buiten het gebouw doen. Ik noteer meteen in Any.do binnenkort een keer binnen te gaan kijken. Een hoek verderop, in een nieuwbouwwijkje aan de rand van een park is de atelier / galerie Maria Clobus een stempelpost. Anders dan de app aangeeft, is de post geopend. Maria laat me vriendelijk binnen en leidt me rond in haar atelier, waar ze werkt aan een schilderij van het winkelgebied in Martenshoek, maar ook een zicht op het natuurgebied Leinwijk of de Martinikerk in Groninigen zijn te zien. Ik mag een handgevouwen papieren boekenlegger uitzoeken als cadautje. Blij met zo’n verrassende plek in Martenshoek loop ik de laatste meters naar het station. Met 21,6km zit de etappe erop. Hier zijn we in maart bij de opening van de Zuidroute vanuit Veendam geëindigd. Morgen en de komende weken zal ik etappes in de Veenkoloniën wandelen. Ik neem de stoptrein naar Groningen. Het is 12u en ik bedenk me dat ik best nú naar het Groninger Museum kan.
Groninger Museum toe
Drie tentoonstellingen die nu in het museum te zien zijn, hebben namelijk al enige tijd mijn belangstelling in afwachting van een bezoek deze zomer. Het eeuwfeest van het (actieve) vrouwenkiesrecht als Strijd! zet de diverse aspecten op een rij. Van spotprenten en mannen die zich inzetten voor het vrouwenkiesrecht tot portretten van de hoofdrolspeelsters in de beweging tot de dozen met handtekeningen met de petitie om de grondwet op dit punt aan te passen. Eén vraag blijft onbeantwoord: wat Koningin Wilhelmina, die de grondwetswijziging moest goedkeuring, zelf vond.
Ontwerper en inspirator Daan Roosegaarde heeft met Presence zijn eerste museale acte de présence. Schoenen moeten uit of voorzien van een beschermend hoesje om de niet-biologisch afbreekbare polystyreen bolletjes die de neiging hadden te ontsnappen uit het museum mee de stad in binnen te houden. Fotograferen en aanraken mag in de diverse zalen van de tentoonstelling om lichttekeningen te maken en vast te leggen, te waden door ‘sterrestof’ en in te zien, dat we een actieve rol hebben in het beheren van de aarde.
Boven bekijk ik de met hulp van de computer geweven wandkleden en videoinstallatie van P. Struycken. Terugblikkend op de affiches van de 25 jaar Groninger Museum herken ik goed, wanneer ik ben aangehaakt met regelmatig bezoeken.
Eenmaal weer buiten, onderweg naar huis en al schrijvend aan dit verslag is het nog steeds droog….het lijden dat men vreest, hoef je niet per se te ondergaan.
Related Posts