De Stadsweg is een eeuwenoude handelsroute die loopt vanaf het Waagplein in hartje Groningen tot aan Delfzijl en verder door Duitsland tot aan de Baltische Staten. Langs de route, rondom het Damsterdiep, ontstond volop bedrijvigheid. Met het project ‘De Stadsweg, een drukbezochte route’ werken stichting Hoogeland op de Kaart en Landschapsbeheer Groningen samen aan nieuwe dynamiek rond deze oude route. De Stadsweg moet aantrekkelijk worden als fiets- en wandelroute voor toeristen en recreanten. Bewoners en ondernemers profiteren mee, zo is de gedachte.
Een eigen app of een online website met de routebeschrijving is er niet (meer). Waar ik in augustus 2018 een fotoverslag van Sanne Meijer bekeek, bij het verkennen van de Pronkjewailpad etappe tussen Harkstede en de Grote Markt in Groningen zowel in Lewenborg als Oosterhoogebrug straatnaambordjes van de Stadsweg zag, heb ik op de kaart zelf de route uitgezet. De Topotijdreis site heeft me geholpen, zeker bij het bepalen wanneer nu het eeuwenoude tracé tussen Farmsum en Termunterzijl vervangen is door industrie (vanaf jaren ’50 met de aanleg van nieuwe havens bij Delfzijl en de ontwikkeling van het industriegebied ten oosten van de stad met Akzo, Aldel en dergelijke) en of er een alternatief was. Op de eerste dag van de Tocht om de Noord 2017 heb ik het stuk van Termunterzijl naar Farmsum namelijk al gelopen; als je het roodgekleurde Rozema gemaal hebt achtergelaten verdient de omgeving geen schoonheidsprijs.
Relive ‘Stadsweg van Groningen naar Delfzijl’
Ik zet vanochtend de auto op de P+R Haren/A28 en pak de 7.50u Qliner 6 naar het hoofdstation van Groningen. In de kou wachten op een bus die wel naar de Grote Markt rijdt, is onzin. Het is veel leuker om op zaterdagmorgen door een totaal verlaten Herestraat te marcheren. Het Waagplein gold al die eeuwen als start- of eindpunt voor de historische Stadsweg handelsroute. Op de Grote Markt is afgelopen week een overdekte ijsbaan verrezen (dank aan Anja Bosch voor de tip). De baan is om kwart over acht ‘s morgens vanzelfsprekend nog niet geopend, in tegenstelling tot Vindicat, waar het hoor- en zichtbaar nog steeds feest is. Aangeschoten jongens in knalroze hotpants houden een taxi aan, een meisje met een vlag om haar schouders probeert haar fiets van slot te krijgen.
Wat verderop aan de Nieuwe Sint Jansstraat een nog aandoenlijker tafereel. Een stomdronken, half ontklede jongen lukt het niet z’n huissleutel in het slot te krijgen en klopt fanatiek om z’n huisgenoten wakker te krijgen en te helpen. Aan de Oostersingel valt me de gevel van een voormalige apotheek op. Eén van de huizen die niet tegen de vlakte is gegaan voor nieuwbouw van het UMCG. Ook al is het net boven het vriespunt, toch zit rookruimte buiten het academisch ziekenhuis vol mensen. De rookvrije generatie moet nog komen. Via het Linnaeusplein steek ik het Blauwe Dorp in.
Deze in Amsterdamse School opgetrokken buurt van de Oosterparkwijk heeft m’n hart gestolen sinds de verkenningen voor het Pronkjewailpad een jaar geleden. Ik wijk af van de route om ditmaal panden zoals de Dirk Huizingastraat, het voormalige politiebureau, nu stadsrestaurant aan de de Hortensialaan, Dahliastraat en het Jannes van der Wal denksportcentrum aan de Resedastraat te fotograferen.
Aan de overzijde van de Oostersluis in het Van Starkenborghkanaal het eerste Stadsweg bordje. Voorlopig rechtdoor, de wijk Oosterhoogebrug door, de ring / N46 over, de wijk Lewenborg in. Het weg zijn van de flats Toplicht, Kombuis en de Grote Sloep vind ik nog steeds een heel aparte gewaarwording. Ik mis de hoge oriëntatiepunten uit de jaren 1990-’94 dat ik hier in de Kleine Sloep woonde.
De Stadsweg – lastig te markeren op een kaart – loopt dwars door de wijk via de Le Roy gebieden, door de Ecokathedraal met bakstenen bouwsels in halfvervallen staat en achter de bebouwing langs. Via het Roer kom ik op de Noorddijkerweg en vervolg de Stadsweg richting Ten Boer, tegenwoordig een asfaltbetonnen fietspad. Het is koud, maar al lopend houd ik me warm genoeg. Het aantal blaasledigingen is omgekeerd evenredig met graden Celcius (mooi uitgedrukt, toch?), geen probleem langs dit uitgestorven pad met zo nu en dan een hondenbezitter, fietser of hardloper.
Aan de linkerhand ligt het Bevrijdingsbos. het Maple Leafpad en het Kinderrechtenpad, vorige week zaterdag onderdeel van de Camino Groningen als captain van een groep van 35 wandelaars die tussen april en eind oktober de 250km lange noordroute van het Pronkjewailpad hebben voltooid.
De Zuidwending over en weer rechtdoor. Geluid draagt ver hier op de vlakte. De voetballers die ik al tijden hoor schreeuwen horen zijn veel verderop in het sportpark Garmerwolde aan het spelen. Bij het zien van de losstaande klokkentoren en kerk van Garmerwolde is het zonde rechtdoor te gaan. Ik sla de Dorpsweg in, maak een rondje over het kerkhof en pauzeer met een kleine 10km op de teller op een wandelbankje tegenover de Nederlands Hervormde Kerk die als romanogotische kerk in de 13e eeuw gebouwd is. In de 19e eeuw bestond het voornemen om de kerk te slopen en in 1859 is het schip daadwerkelijk afgebroken. Het transept en het koor zijn bewaard gebleven, evenals de vrijstaande klokkentoren met zadeldak, die gebouwd is in dezelfde periode als de kerk.
Tegenwoordig heeft de Stichting Oude Groninger Kerken de gebouwen in eigendom en staat sloop zeker niet op de agenda. Sterker, deze maakte de stichting en architectenbureau MX13 bekend de kerk weer zijn oorspronkelijke aangezicht terug te willen geven. De Provincie Groningen ondersteunt het project vanuit het programma Erfgoed, Ruimtelijke kwaliteit en Landschap (ERL).
Bijna vier kilometer verderop ligt het dorp Ten Boer. Net voor het dorp zie ik een verwijzing naar de Verborgen Pluktuin. In het Ten Boersterbos is op de Natuurwerkdag 2014 hard gewerkt aan een boomgaard met verschillende appel-, peren- en pruimenrassen die een link hebben met de geschiedenis van de Stadsweg. In het plukbos staan uitsluitend hoogstamfruitbomen die ook van oorsprong in Noord-Europa voorkomen. Hetzelfde geldt voor de vruchtenstruiken en notenbomen. Langs de Stadsweg zijn twee Foodwalks uitgezet. Foodwalks maken deel uit van het landelijke project Lekker Landschap van Landschapsbeheer Nederland en de Stichting wAarde.
Ik verlaat de Stadsweg even. De Kloosterkerk op een wierde trekt. Nu is het een actieve PKN gemeente. De romanogotische kerk begon in de 13e eeuw als kloosterkerk bij het plaatselijke benedictinessenklooster. Na de opheffing in 1485 werd het klooster afgebroken. De kerk bleef behouden als parochiekerk. In 1594 wordt de kerk na de Reductie van Groningen protestants. Aan de Wigboldstraat staat de Gereformeerde Kerk, ooit afgescheiden van de Hervormde, tegenwoordig als Protestantse Kerk Nederland (PKN) onder één genootschap samen. Terug naar de Stadsweg, hier in het dorp eerst aan twee zijden, later aan rechterzijde bebouwd. Waar we op de eerste dag van de Tocht om de Noord eind september – in stijl van het jaarthema – door De Ploegwijk van Winsum wandelden, is de nieuwbouw hier in Ten Boer ook een hommage aan schilders van De Ploeg.
De Stadsweg maakt aan de Wolddijk even een knik om de Lustige Maar bij een sluiscomplex te passeren. Knotwilgen staan er keurig in een rijtje tegen een grijze, licht mistige lucht te spiegelen in het water. En weer drie kilometer rechtdoor!
Dan zowaar een stuk slingeren langs een watergang over een grasdijk, wat heerlijk aan de voeten! Ik zit me te bedenken wanneer ik dit landschap tussen Kröddeburen en Winneweer eerder heb gezien. Het moet een Fivelstadtocht zijn geweest. Inderdaad, de derde Fivelstadtocht in september 2016.
In Winneweer steek ik het Damsterdiep over. Waar de (oude) Rijksweg de noordoever volgt, de (nieuwe Rijksweg) N360 even later rechter door het landschap kruist, volgt de Stadsweg de zuidoever van dit in de middeleeuwen uitgegraven water tussen Groningen en Delfzijl. ‘s Middags in het MuzeeAquarium in Delfzijl leer ik dat Delf van delven (graven) komt en het water tussen Winneweer en Delfzijl eerst Delf heette.
In Garrelsweer is de stoep bestrooid met pepernoten. Sint en/of zwarte pieten kunnen niet ver weg zijn! Laat het dorpshuis net leegstromen met kinderen en hun ouders, de jonkies hun cadeaus in de hand. Even later komt een auto met luid toeterende en zwaaiende zwarte pieten voorbijzetten. Ik zie de mooie social sofa van Garrelsweer wel staan. Het is nu even een klimbank voor stuiterende kinderen. Lijkt me niet gepast te gaan fotograferen. Wachten tot de koters vertrokken zijn, doe ik ook niet.
Zoals op veel plekken in Groningen staan statige hoeven, strak in de verf, maar ook vervallen arbeiderswoningen afwisselend in lintbebouwing langs de handelswegen en watergangen.
Wirdum is het volgende dorpje op de route en daarna al snel het kombord van Appingedam. Van de Fivelstadtochten weet ik, dat je dan doorgaans nog even moet doorlopen om echt in het centrum te zijn. Ook hier is het nog twee kilometer doorstappen vóór ik de marktkramen rond de Nicolaikerk in de Wijkstaat in het vizier heb. Aan het eind van de straat bij het Nieuwe Diep pauzeer ik weer op een wandelbankje.
De Stadsweg heeft z’n naam verruild voor Farmsumerweg, door bebouwing, een stuk tot fietspad gedegradeerd stuk, dan het Zwet langs het AZC Delfzijl en verderop nog een COA vestiging. De wandelende asielzoekers passen qua vriendelijk groeten bij het gemoedelijke Groningen. Ik laat het laatste uitgezette stukje over de wierde van Farmsum zitten. Ik ken het in omgekeerde richting van het Pronkjewailpad deze zomer. Bij de brug over het Eemskanaal op de Hogelandsterweg zie ik namelijk dat ik ook linskaf kan min of meer het kanaal volgend tot het stadscentrum. Midscheeps in Lewenborg is een fietspad dwars door de wijk. Hier is het een slingerende straat met kasten van huizen aan weerszijden. Dat moet op asielzoekers toch ook een aparte indruk maken als ze dezelfde route nemen om te gaan winkelen in het centrum. Jachthaven Het Dok laat nog meer Hollands welvaren zien. Officieel begint Delfzijl hier pas.
Ik neem ik de route van het LAW 5 Wad en Wierdenpad over de verhoogde allee, een voetpad met uitzicht op de bedrijvigheid aan de haven. Het roestbruine kunstwerk Video Clip Folly zet ik op de foto. Zelf ga ik niet direct naar het station, maar bezoek vanmiddag het MuzeeAquarium.
Deze zomer was het dicht toen ik op het Pronkjewailpad er een stempel wilde halen. De combinatie aquaria in een betonnen oorlogsbunker uit de Atlantikwall, lokale geschiedenis, schilderijen, voorwerpen en installaties uit de zeevaart in het museumgedeelte kost per zaal en expositie mentaal omschakelen, maar is een bezoek waard!
Een klein uur later weer buitengekomen is het nog altijd koud. Gelukkig is de wachtruimte in het stationsgebouw verwarmd. Twintig minuten opwarmen en dan de Arriva trein naar Groningen en Q Liner 5 naar Haren. Een mooie dag weer!
Related Posts