Dit jaar bestaat de Groninger kunstenaarsbeweging De Ploeg 100 jaar. Diverse musea besteden aandacht aan dit eeuwfeest en eind september staat de jaarlijkse Tocht om de Noord in het teken van Gezichten van De Ploeg. Het expressionisme met heftige kleuren spreekt me aan en dus heb ik de afgelopen tijd meer exposities en zelfs een lezing over De Ploeg bezocht in de bibliotheek Hoogeveen. Vandaag is het de beurt aan Ezinge en Leens. Onderweg zie ik op de hoek van de N355 en N389 richting Aduard bij de carpoolplaats opvallende kleuren in een bekende compositie en besluit er op de terugweg te stoppen.
Kunst op sporen in en rond museum Wierdenland Ezinge
Het museum Wierdenland ben ik diverse keren voorbij gewandeld. Vandaag is het de eerste keer dat ik het bezoek en neem dus graag de uitleg over de indeling van het pand aan. Het museum heeft een vaste expositie over de geschiedenis van het wierdenland en de wierde van Ezinge in het bijzonder, dat dankzij archeoloog Van Giffen in de eerste helft van de 20e eeuw veel bodemschatten heeft prijsgegeven.
Potten en kammen, letterlijk de hond in de pot tot godenbeeldjes en landbouwwerktuigen zijn in vitrines, doe-het-zelf nissen voor kinderen en in grotere opstellingen te bewonderen. Informatie over de chronologie en een film completeren dit gedeelte. Het wierdenlandschap is het oudste cultuurlandschap van Nederland. En wist je dat tijdens de hoogtijdagen (pun intended) wat we nu kennen als Friesland, Groningen en Ost-Friesland de dichtstbevolkte gebieden van het land waren?
De Groningse Trijntje Soldaats is een geboren Ezinger die als huisnaaister sprookjes, legendes en andere vertelsels verzamelde en van 1800-1804 door een 11-jarige jongen Gerrit Arend Arends in een schriftje opgetekend liet uitschrijven. Het schriftje is bij de Athenaeumbibliotheek in mijn geboorteplaats Deventer. In het museum Wierdenland kun je een digitale versie ervan doorbladeren. De gedrukte versie uit de vroeg-twintigste eeuw uit handen van drukker en illustrator Hendrik Werkman, ook één van De Ploeg-leden en het levensverhaal van Trijntje Soldaats vult een eerste tijdelijke expositie. Sanne Meijer schreef bij de opening van de expositie eerder dit jaar een interessant blog over deze bijzondere Groningse.
Leuk, maar ik ben gekomen voor de tentoonstelling Kunst op sporen, dat binnen en buiten activiteiten inhoudt.
Binnen is een aantal werken van de eerste, maar ook latere De Ploeg leden te zien en moderne werken van kunstenaars die schilderen en fotograferend eigenzinnig locaties in het landschap vastleggen.
Buiten is een wandel- en fietsroute vanuit Ezinge naar Aduarderzijl en Feerwerd uitgezet. De kunstwerken die je binnen ziet hangen, zijn op de route gemaakt. Je krijgt een kaart mee met de route door het gebied met op de achterzijde de routebeschrijving en de 32 kunstwerken waar je het gezicht, het landschap of de plek die is uitgebeeld met eigen ogen kunt bekijken. Ik houd het lopend vandaag bij de ronde om de wierde van Ezinge.
Het heet niet voor niets ‘kleurendrift’, het werk van ‘De Ploeg’ in de #Museumagenda @parmandotv en @Verhildersum, Leens. 100 jaar geleden ontstaan. Noordelijke schilders creërden een kleurrijke reactie op de 19e eeuwse schilderkunst: https://t.co/SsqESrcv6M pic.twitter.com/gfoClvtDRV
— Museumkaart (@museumkaart) August 4, 2018
Zeker, je kijkt met andere ogen naar het gebied. “Een frisse blik op eeuwenoude landschapselementen zoals dijken, middeleeuwse kerkjes en markante hoogteverschillen in het landschap, “ belooft het museum. Rode pijltjes op de kaart geven de kijkrichting van de kunstenaar aan. Ik maak zelf ook foto’s in de aangegeven richting van de wierde met het kerkje, de drie berken die Aly van der Wal heeft geschilderd.
Het bootje Gave Gast met de bloemen op de brug aan de Haven vind ik mooier dan De kano van Willem Corsius dat een paar meter verderop is gemaakt.
Vanochtend heeft het flink geregend en de buien zijn nog niet helemaal weggedreven. Ik neem de auto over de Allersmaweg, bekijk de Allersmaborg en rijd dan naar het Reitdiepbosje. Hier zijn bij de dijkopgang en met uitzicht op het Reitdiep acht kunstwerken gemaakt.
De felrode wandelbank geeft me nu een prima contrast met de rivier en Hollandse luchten. De route beveel ik je van harte aan. Deze kan gewandeld of gefietst worden. Het grootste deel is ook per auto goed bereikbaar. Ik rijd via Ezinge en Warfhuizen naar Leens voor de volgende stop.
Landgoed Verhildersum
Al maanden stond namelijk de expositie Kleurendrift – Het land van De Ploeg op mijn verlanglijst. Op het landgoed Verhildersum kun je veel meer bekijken, hoor! Bij het koetshuis krijg ik op vertoon van mijn Museumkaart een ticket, uitleg, een plattegrond en het verzoek geen schilderijen van De Ploeg te fotograferen.
De overzichtstentoonstelling heeft werken van de bekendste schilders uit de beweging. Job Hansen met Landschap met kalkovens uit 1936 is één van de weinige De Ploeg schilderijen waar iets van ‘moderne industrie’ zichtbaar is, heb ik onthouden van de lezing van Margaret Beukink vorige week in Hoogeveen. Gangbaarder zijn de taferelen, zoals Slapende landarbeiders van Jan van der Zee. Vergelijk Johan Dijkstra Oostum met Jan jordens Kerkje Oostum. Het kleurgebruik van Jan van der Zee ontwikkelt zich in de loop van zijn carrière en dan valt mij op, dat Zomerlandschap juist heel frisse, koele groen- en wittinten toont. Rode boerderij van Jan Altink herken ik, Het abstracte Wordend landschap heb ik eerder zien hangen in het Stedelijk museum Kampen en Schapen bij de dijk van Jan Wiegers in het museum Belvédère bij Heerenveen. Het Blauwborgje buiten de stad Groningen is meermalen afbebeeld. Zo hangt er een versie van Alida Pott. En ga eens met je neus bovenop het met sterk verdunde uitgebeelde Stitswerd van Job Hansen staan! Zie de kleuren, riep Dagblad van het Noorden onlangs op.
Naar buiten gekomen, wandel ik eerst door de tuinen achter de borg, fotografeer er diverse sculpturen van de hand van Eddy Roos uit Uithuizen die genomineerd is voor de titel Kunstenaar van het jaar 2019 (hint!). Dan loop ik door naar het arbeidershuisje dat is ingericht, zoals dat rond 1900 normaal was voor een echtpaar met een huisje van 400 gulden op een perceel van 400 vierkante meter voor landbouw. In de grote expositieboerderij zijn oude landbouwvoertuigen, kledingstukken en tafelgerei te bekijken.
En dan de borg zelf. Hier mag ik met een informatiekaart de diverse woon-, slaap- en keukenvertrekken door, afdalen naar de gewelfde kelder en met de trap naar de zolder waar het linnengoed wordt gemangeld. Met recht is het landgoed een verborgen schat in het Groninger land.
Op de terugweg stop ik bij de carpoolplaats buiten Aduard bij de Friesestraatweg. Haha, de beide zijkanten zijn inderdaad in De Ploeg stijl vormgegeven. En zo is de cirkel rond.
Related Posts