Douwe Draaisma – Als mijn geheugen me niet bedriegt

In zijn nieuwe boek Als mijn geheugen me niet bedriegt gaat Douwe Draaisma in op de dynamiek en bedriegelijkheid van herinneringen. Wat we ons herinneren hoeft niet gelijk te zijn aan wat er feitelijk gebeurd is. Wat ik me herinner van een gebeurtenis is anders dan dat jij je herinnert. En ontdekking van nieuwe ‘feiten’ schudt de boel door elkaar en herschrijft geschiedenis. Met de kennis van nu, achteraf gezien en nu je me dit verteld hebt zijn dan aanleidingen om tot herinterpretatie te komen. In een zeer prettig leesbare set anekdotes neemt de schrijver je mee in de zoektocht naar de Unabomber en de herinneringen die moeder en broer van Ted Kaczynski hadden nadat hij ontmaskerd kon worden. Ook meesterdromer Jozef in de Bijbel, de Amsterdamse fotograaf Eddo Hartmann, de reünie van rockband Cream komen voorbij. Draaisma legt uit wat het Rashomoneffect is en waarom we de muziek en gebeurtenissen uit de tijd dat we zelf tussen de 15 en 25 jaar waren als ‘de beste’ blijven beschouwen. Waarom hikte Bommel tekenaar Marten Toonder zo tegen het schrijven van een autobiografie aan? En wat zeggen wel geschreven autobiografieën van anderen eigenlijk over de beschreven feiten? Zou een vergeetpil als Propranolol kunnen helpen en Belcampo‘s verhaal De Achtbaan werkelijkheid worden?

Over de auteur

Douwe Draaisma (1953) is als hoogleraar geschiedenis van de psychologie verbonden aan de Universiteit van Groningen. Hij is de auteur van De metaforenmachine. Een geschiedenis van het geheugen (1995), waarmee hij de bakens uitzette voor zijn onderzoek naar de werking en geschiedenis van het geheugen, van Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt. Over het autobiografische geheugen (2001), dat in vijfentwintig talen is vertaald en zowel literaire als wetenschappelijke onderscheidingen in Nederland en het buitenland verwierf, van Ontregelde geesten. Ziektegeschiedenissen (2006), een reeks aangrijpende gevalsbeschrijvingen van psychiaters en patiënten, van De heimweefabriek. Geheugen, tijd en ouderdom (2008), waarin hij het reilen en feilen van het ouder wordende geheugen met compassie beschrijft, van het Vergeetboek (2010), een schitterende cartografie van ongezochte en verloren herinneringen, en van De dromenwever (2013), een lucide betoog over het ongeremde nachtleven van onze verlangens, angsten en herinneringen.

Zie ook: