De bijbelstudiegroep die ik dit seizoen mag leiden, wil graag de wat kleinere, onbekende boeken aan het einde van het Oude Testament verkennen. ‘Kleine profeten’ en geschriften, waarover we zelden een preek of uitleg horen. Bij elke studie zoeken we niet alleen historische feiten of een afstandelijk kennis nemen van, maar ook een persoonlijke toepassing nu. Ditmaal Obadja, dat in de christelijke Bijbel tussen Amos en Jona te vinden is. Een boekje met één hoofdstuk.
Wat weten we over de persoon Obadja?
De naam van Obadja (dienaar van de HEER) wordt in de aanhef genoemd “De profetie van Obadja”. Over zijn leven wordt verder niets vermeld in de Bijbel.
In de Babylonische Talmoed, Tractaat Sanhedrin, Volume VIII, XVI, Part II (Haggada), Chapter XI, The Talmud Society, Boston, blz. 376, wordt verteld, dat Obadja zelf een Edomiet is, het profeteren heeft geleerd van 100 profeten die zich in de rotskloven verscholen hielden uit angst voor Izebel voor de context ten tijde van Elia, en juist vanwege zijn godvruchtige levenswijze de geschikte persoon was om tegen Edom te profeteren. De profeet Obadja wordt in de Talmoed als hofmeester van koning Achab geïdentificeerd, de Obadja in 1 Koningen 18:
“Intussen was de hongersnood in Samaria zo groot geworden, dat Achab zijn hofmeester Obadja ontboden had. Deze Obadja had groot ontzag voor de HEER. Toen koningin Izebel de profeten van de HEER liet uitroeien, had Obadja honderd van hen in twee groepen van vijftig in grotten verborgen en hen daar van voedsel en drinkwater voorzien….Vanaf mijn vroegste jeugd heb ik een groot ontzag voor de HEER> Hebben ze u nooit verteld, heer, wat ik gedaan heb toen Izebel de profeten van de HEER liet uitmoorden? Dat ik honderd van hen een schuilplaats heb geboden, vijftig in één grot en vijftig in een andere, en dat ik heb van voedsel en drinkwater heb voorzien?” (verzen 2b-4, 12b-13).
Wat kun je zeggen over het boek Obadja?
Exacte datering is niet bekend. World’s Bible Handbook duidt verzen 11-12 over de verovering van Jeruzalem in 586 voor Christus door Nebukadnezar II aangeven als mogelijke datering. De inleiding op het boek in de Nieuwe Bijbelvertaling stelt, dat Obadja als 4e boek van de verzameling van de zogeheten Twaalf of Kleine Profeten in de 4e of 3e eeuw voor Christus tot stand gekomen is. Waarschijnlijk is het boek samengesteld uit profetische teksten uit de 6e tot 3e eeuw voor Christus. De verschillende stijlen, van poëzie tot proza in het enkele hoofdstuk, zou hiermee te maken hebben.
De inhoud lijkt veel op Jeremia 49:7-21, waarin de profeet zich ook tot Edom richt.
Wat is het thema? De kernboodschap?
Obadja is een onheilsprofetie tegen Edom, de streek ten zuidoosten van de Dode Zee in wat nu Jordanië heet. De Edomieten zijn nakomelingen van Esau, Jakobs oudere broer. Het verwijt is, dat de Edomieten hoogmoedig zijn (vers 3), zich tegen het volk van Jakob (de Israëlieten) hebben gekeerd, geweld gebruikt tegen hun eigen bloedverwanten (vers 10). Toen Israëls hoofdstad Jeruzalem werd leeggeroofd, keek Edom toe en was het zoals Israëls vijanden (vers 11). Edom was blij over Israëls verwoesting (vers 12-13), vluchtelingen werden tegengehouden en uitgeleverd (vers 14). De Edomieten waren trots op hun versterkte steden in de bergen. Eén van de opvallendste steden die je nog steeds kunt bezoeken, is het in de rotskloven uitgehouwen Petra (vers 3-4), dat alleen via een smalle kloof toegankelijk is. Ik ben er in 1995 zelf geweest. Indrukwekkend!
De dag van de HEER is nabij, zijn wraak en toorn zal volgen. Zoals jij je broer behandeld hebt, zul je zelf behandeld worden (vers 15).
Het vervolg is troost voor het volk van Jakob. Zoals zij de straf van God al hebben moeten ervaren, zullen andere volken die ook gaan ervaren. Het volk van Jakob, in ballingschap gevoerd onder Nebukadnezar, zal de Negev, het bergland van Esau, het gebied van de Filistijnen, en ook de gebieden van Efraïm en Samaria, en Benjamin en Gilead in bezit nemen. Het koningschap is aan de HEER.
Wat kan ik met Obadja’s boodschap?
- Trots komt voor de vernietiging en hoogmoed komt voor de val (Spreuken 16:18).
- Wat jij niet wilt, dat jou overkomt, doe dat ook een ander niet aan (de Gulden Regel)
- “Wees niet haatdragend of wraakzuchtig, maar heb uw naaste net zo lief als uzelf.” (Leviticus 19:18, door Jezus Christus in Lucas 6:31 en Mattheüs 7:12 als kerntekst van de Thora aangehaald. Zie ook Gulden Regel.
- Een vesting biedt tijdelijk zekerheid. Afgezien van toeristen, venters en gidsen, is Petra nu uitgestorven. Geen trotse Edomiet, Nabateeër, Griek of Romein is er nog te vinden. Beter is het te schuilen te schuilen in de schaduw van de vleugels van God (Psalm 36, overigens een passend gebed waarin trots, geen besef van schuld en kwaad en uiteindelijk vernietiging tegenover Gods trouw, rechtvaardigheid en bron van leven staan).
- En ja, je kunt de belofte dat het volk van Jakob de Negev, het bergland van Esau, het gebied van de Filistijnen, en ook de gebieden van Efraïm en Samaria, en Benjamin en Gilead in bezit zal nemen, een handje willen helpen. De Groot-Israël gedachte zonder het koningschap aan de HEER te laten, is op wraak en haat, genoegdoening en imperialisme gebaseerd. Let op Gods waarschuwing tegen landjepik in Jesaja 5:8. Hoewel Obadja spreekt van “De ballingen uit Israël, een legermacht geworden…Bevrijders zullen de Sion opgaan en regeren over het bergland van Esau.” (verzen 20-21), eindigt Obadja nadrukkelijk met “-en aan de HEER zal het koningschap toebehoren.” De kern van de boodschap van Jezus Christus is juist, dat het koninkrijk van God (van de hemelen, de nieuwe wereld) anders is dan door landjepik tot stand komt.
Related articles
Related Posts