Even ten zuiden van mijn woonplaats Balkbrug ligt De Ommerschans, tijdens de Tachtigjarige Oorlog ingericht als verdedigingswerk om de doorgang naar het noorden te belemmeren. Het had niet echt gewerkt, het complex lag er begin 19e eeuw verlaten bij, toen de belangstelling van Johannes van den Bosch (1780-1844), de oprichter van de Maatschappij van Weldadigheid, gewekt werd. Naast de vrije koloniën in Drenthe, was er behoefte aan een strafkolonie voor bedelaars die elders in het land geweerd werden. Vanaf 1819 verrees op De Ommerschans een forse behuizing, de gronden rondom werden ontgonnen en bewerkt voor land- en tuinbouw, plus – naar huidige maatstaven – kleinschalige veeteelt. De Dedemsvaart was net gegraven, zodat er een verbinding over water naar Hasselt en dus via de Zuiderzee met bijvoorbeeld Hoorn, Harderwijk of Amsterdam was. Wil Schackmann verdiepte zich enkele jaren geleden in De proefkolonie in het (persoonlijke) wel en wee van de bewoners van de eerste kolonie in het landgoed Westerbeeksloot, tegenwoordig Frederiksoord. In zijn tweede boek De bedelaarskolonie staan de eerste drie decennia van de ‘doorstart’ van De Ommerschans als bedelaarskolonie centraal. Van de opbouw, de staf en het zoeken naar geschikte bewoners, de irritaties, deportaties (naar Veenhuizen) en de discrepantie tussen hetgeen naar de contributeurs van de Maatschappij werd gerapporteerd en de (weerbarstiger) werkelijkheid ter plekke. Dat alles met veel citaten, zodat je een goed beeld krijgt van de taal van 200 jaar geleden.
Met verve wordt de administratie beschreven, en zie je in de opzet van de kolonie ook het zaad voor de ondergang geplant worden. Het is een kwestie van doorlezen en de jaren tellen, voordat deze particuliere onderneming wordt genationaliseerd in 1859. Vanaf eind jaren ’30 in de 19e eeuw tot de sleuteloverdracht besteedt Schackmann opvallend weinig pagina’s aan de ontwikkelingen. Of het gebrek aan archiefstukken, meer van hetzelfde of een beperking van de uitgever is, weet ik niet. Het wordt niet toegelicht. De tekst wordt afgewisseld door tekeningen en aquarellen van De Ommerschans in de 19e eeuw. Wie tegenwoordig op eigen houtje of met de Historische Vereniging De Ommerschans op een zondagmiddag een rondwandeling maakt, verbaast zich over het grondig afgebroken en onzichtbaar geworden zijn van de kolonie, afgezien van een ijskelder en de begraafplaats. De bedelaarskolonie geeft veel betrokken mensen een naam, aandacht en kleurt hun bestaan voor de lezer in de 21e eeuw weer in. Een lijst met de eerste 1252 bedelaars uit het Drents Archief en een persoonsregister helpen daarbij. Online is de verantwoording van geraadpleegde bronnen te vinden.
Related Posts