Sinds de Egyptisch-Nederlandse auteur Monique Samuel (1989) in voorjaar 2011 bij de revolutie in Egypte ‘opeens’ her en der mocht aanschuiven om gebeurtenissen in Egypte en andere landen in het Midden-Oosten te duiden en haar reis door deze landen verwoordde in Mozaïek van de revolutie ging haar leven op topsnelheid verder. Monique kreeg in september 2011 een kortstondige relatie met een vrouw, werkte aan haar huwelijk, maar scheidde toch van haar man, kwam uit de kast als lesbiënne en knoopte de band met de niet-christelijke vrouw stevig aan. Op haar 16e had ze belijdenis gedaan, in haar tienerjaren bezocht ze jeugdbijeenkomsten, bidstonden, aanbiddingsconcerten, christelijke campings en werkte als presentator in een grote jeugdkerk. Vrees om haar gezichtsvermogen voor haar 18e te verliezen, zette haar in een ‘alles nog willen doen’ modus. Nog vóór haar coming out had ze een bovengemiddeld aantal kerken en gemeenten van binnen gezien, te beginnen bij de Gereformeerde Bond binnen de Hervormde Kerk (op p.12 noemt ze dit zelf de Hervormde Bond). De zwerftocht nadien achtervolgd door veroordelingen, vanaf 2011 volgens eigen zeggen tegen een burn-out aan lopend, zoekt ze rust down under en vooral in haar onvoorwaardelijke geloof in de God van de Bijbel, wonderen en liefde. De uitgebreide versie van het Trouw interview Ik was liever dommer dan populairder geweest met Arjan Visser over de visie van Monique op de 10 geboden biedt structuur voor Dagboek van een zoekend christen, de limiet op het aantal pagina’s van Ark uitgever Paul Abspoel de rem om niet na Mozaïek wéér met een lijvig boek te komen. “Ach ja, waarom kort van stof zijn als je al kort van stuk bent? Ieder mens moet ergens groot in zijn, nietwaar?” besluit de auteur zelf.
Als kader en voornaamste inspiratiebronnen noemt ze naast de Bijbel de boeken Naked Spirituality en A new kind of Christianity: Ten Questions That Are Transforming the Faith van Brian McLaren, Timothy Keller‘s Namaakgoden: de lege beloften van geld, seks en macht, en de enige werkelijke hoop), Rick Warren (Doelgericht leven), Philip Yancey‘s boeken over het lijden en Dale Carnegie‘s How to Win Friends & Influence People. Ze gebruikt de 10 geboden als een spiegel voor de ziel, de kerk en de moderne mens. Niet om een verloren geloof van ‘gij zult niet’ nieuw leven in te blazen, maar om de heelmakende, alles bevrijdende liefde van God te laten zien. Een inclusieve liefde, genietend van de schepping met oog voor de ander en strijdend voor het goede.
Monique schrijft puntig, put uit haar eerdere boeken en columns, is scherp, maar trekt ook snel conclusies en generaliseert regelmatig. Monique erkent als christen ook maar een incompleet, onvolmaakt beeld van God te hebben en wil samen met haar (geestelijke) broers en zussen wereldwijd het beeld completeren, maar nu (nog) even niet (meer) in een specifieke gemeente. Dat je als gelovige op jezelf zonder binding met het Lichaam van Christus er alleen voor staat, misschien zonder directe veroordelingen (geloof ik in de 2.0 wereld niet), maar ook zonder de mogelijkheid samen sterk te staan, elkaar te toetsen, te bemoedigen, lief te hebben en te helpen, blijft volledig onbelicht in dit ‘dagboek’.
Weg met de verruwing in het publieke debat, de moderne slavenhandel en uitbuiting van de aarde om ons consumentisme te voeden, de verlanglijst-gebeden tot God en het ter verantwoording roepen van God (zeker als je niet in Hem gelooft)! Tussen een “allesverlammende zondagsrust” die volgens de auteur nog steeds verkondigd wordt en een 7×24 economie is het zoeken naar werkelijke rust. Waarom zou je je ouders laten wegkwijnen in een bejaardentehuis, boos zijn over bezuinigingen, maar voor geen goud zelf je ouders in huis opnemen om te verzorgen? Elkaar doodslaan kan makkelijk met woorden. Strijd je voor leven, of zwijg je (zoals ook Samuel diverse malen deed en doet). De (Heidelbergse) catechismus is wat de auteur betreft “450 jaar vraag & antwoord zonder ruimte voor afwijkende opvattingen.” (p.77).
Bij onder meer het zevende gebod komt het H-woord uitgebreid voor het voetlicht. “Wat de hypotheekrenteaftrek is voor de VVD is het homohuwelijk voor de kerk – onbespreekbaar.” (p.83) Door zó absoluut te zijn, gun je de lezer (al dan niet kerkgaand en wie weet maar zo lid van een kerk, waar het homohuwelijk wel wordt gesloten) geen ruimte. Wat hersenkrakertjes op p.86-88 moeten twijfelaars over de streep trekken en Samuels gelijk ‘bewijzen’. Met het al van seksualiteit druipende Mozaïek neigt Monique Samuel een one-issue preacher te worden, iets waar ze menig broer en zus in de Heer van beticht. Wat meer bescheidenheid en bedachtzaamheid zou de in dit boek verder aanwezige vele, vele wijze lessen nog overtuigender maken. Want als ook gebod 9 (gij zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste) en 10 (gij zult niet begeren) bol staan van (homo)seksualiteit en juist in de anekdotes het zwijgen blijkt, is het aanhalen van Martin Luther op p.118 “maakte zich druk om het (ver)zwijgen van veel christenen.” terecht. En ook een pagina verder: “Het wordt tijd dat de liefde van God in de kerk doorbreekt en dat gelovigen vanuit waardering en bewogenheid naar elkaar kijken, zonder elkaar nog langer de maat te nemen. Dit vraagt een wezenlijke mentaliteitsverandering en andere opstelling in onze omgang met elkaar.”
Related Posts